Wim en David volgen nieuwbouw kritisch

‘Leden van bouwcommissies worden vrienden voor het leven’

‘Kritische toeschouwers aan de zijlijn’, zo noemen David Vonk en Wim van der Vlies zichzelf. De pensionado’s van bouwcommissies waren betrokken bij de renovatie van de kerkzaal in 2001 en later bij de nieuwbouw  van de pastorie. De ontwikkelingen rondom het nieuwe bijgebouw volgen ze nauwgezet.

In de tuin van Wim, met een gazon dat afloopt naar de rivier, halen de mannen herinneringen op. “Een bouwactiviteit geeft binding”, zegt David. De ogen van Wim lichten op. “Het was een hecht team, er groeide een band die nooit meer weggaat. We hadden bij de renovatie twee oud-ondernemers die gewend waren om te commanderen: Ro den Breejen en Kees de Ridder. Die hebben geweldig goed werk gedaan. Ze waren soms nog vroeger op de bouw dan de stukadoors uit Brabant.” David: “Ze wisten de anderen te stimuleren door te zeggen: ‘Jongens, dit is de planning’. Wim: “Ze werden voor de gein ‘slavendrijvers’ genoemd.”

Bijgebouw leuker
Na de renovatie van de kerkzaal was David graag meteen doorgegaan met het bijgebouw. Met spijt in zijn stem: “Toen we bezig waren met de renovatie werd besloten: we doen eerst de pastorie, pas daarna het bijgebouw. Jammer, want een bijgebouw is veel leuker om te doen.”
Ooit runde David een interieurbouwbedrijf. “Ik richtte ziekenhuizen, hotels en bedrijfsgebouwen in”, vertelt hij. Wim werkte als werktuigbouwer bij IHC. “Ik heb altijd buitenlandse projecten gedaan, de laatste jaren meestal in China.”
Ze vinden het een goede zaak dat er weer gebouwd wordt aan de kerk. “We waren echt aan een nieuw bijgebouw toe”, zegt Wim. “De kerk groeit en heeft toekomst.” Wat vindt het tweetal van het plan, zoals het nu op papier staat? Wim: “Ik kijk erg naar de buitenkant, er moet iets moois staan. Ik vind het een mooi ontwerp.” David: “Ik vind de opzet knap gevonden, met de ingang evenwijdig aan de stoep. Daardoor kun je de grote zaal van het bijgebouw koppelen aan de kerkzaal, zonder dat de entree ertussen zit. Ik kijk echter ook met een kritisch oog naar de technische uitvoering.” Wim prijst het enthousiasme van ‘de jonge generatie’ die aan de slag is gegaan. David: “Ik vind dat Teunis Meerkerk zijn medewerkers knap weet te organiseren. Hij heeft een groot netwerk en kan goed met de jongere gasten optrekken.” Wim noemt nog iets wat hij mooi vindt: “Het is de derde keer dat er spontaan veel geld gegeven is voor kerk en pastorie.”

Leuke meid
Ze kwamen allebei via hun vrouwen in de gereformeerde kerk van Boven-Hardinxveld terecht. En allebei bezochten ze met hun ouders de bijeenkomsten van de Nederlandse Protestantenbond (NPB) in Beneden-Hardinxveld. Hoe beleefden ze als ‘vrijzinnige jongens’ hun entree in de wereld van de gereformeerden? David, laconiek: “Je loopt tegen een leuke meid aan en je moet één lijn gaan trekken. Ik kwam terecht in een andere wereld.” In 1970 trouwde Vonk met zijn Lies. “Ik heb belijdenis gedaan toen mijn oudste zoon werd gedoopt. Hij is geboren in september 1971. Mijn vrouw is opgegroeid in de gereformeerde kerk van Boven-Hardinxveld. Haar vader was een degelijke gereformeerde man. Zij gingen twee keer per zondag naar de kerk, wij gingen thuis maar een paar keer per jaar.” Wim glimlacht. “Maar een paar keer per jaar? Dan waren wij thuis toch trouwer in de kerkgang. Ik ging bijna elke zondag met mijn ouders mee naar de bond.”
Wim zegt over zijn entree bij de gereformeerden: “Ik kreeg veel respect voor die kleine gemeente in dat ouwe gammele kerkje. Ze bleven volharden om de boel bij elkaar te houden, zonder dat ze destijds een sterke herder en leraar hadden. Ze verloren de moed niet en bleven volharden in het geloof. En het bleken ontzettend aardige mensen te zijn. Nee, ik ben niet anders gaan denken over de Bijbel. Ja, het schriftgezag is beduidend minder bij de protestantenbond. Maar inmiddels zijn wij synodaal gereformeerden op hetzelfde niveau terechtgekomen.”
David knikt instemmend. “Ik denk dat de gereformeerde kerk veel meer richting protestantenbond is gegaan dan dat ik ben opgeschoven in de richting van mijn gereformeerde schoonvader. Ergens in het midden hebben we elkaar gevonden.” Wim: “Beide kerken zijn veranderd. Die strenge waarheid van kaft tot kaft wordt bij ons ook niet meer gepredikt.” Ze knikken en zwijgen even. Dan zegt David: “Het gaf wel vastigheid.” Wim: “Het bleef stabiel. Tegenwoordig is er zoveel wat ter discussie staat. Abortus en euthanasie bijvoorbeeld, daar ging het destijds nog niet over.”

Veel steun
Wat betekent de kerk voor hen? “Door de gemeenschap voel ik me thuis hier”, zegt Wim. David knikt. “Ja, door de groep.” Wim: “Dertien jaar geleden is mijn vrouw Elly overleden. Mede door de kerk heb ik het gered. Mensen zeggen na afloop van de dienst: ‘Kom koffiedrinken bij ons’. Vooral die eerste tijd heb ik geweldig veel steun gehad. Mensen kijken je aan, dan begrijp je al wat ze bedoelen; dat is voldoende.” David: “Je vergroeit met elkaar. De kerk is er gewoon bij gaan horen.” Wim: “De kerk geeft je een zekere geborgenheid, je hoort bij een club. Ik vond het prettig toen Carmen hier kwam. Als ik bijvoorbeeld ernstig ziek word of tegenslag ondervind, weet ik dat zij er is. Een eigen voorganger die je goed leert kennen, dat geeft mij een gerust gevoel. Een anker.” Is de kerk voor Wim en David vooral een club die samen de schouders onder praktische zaken zet en een groep mensen die elkaar steunen? Of is er meer? David: “Toen de commissie van beheer, onder invloed van de PKN, deel ging uitmaken van de kerkenraad, heeft mijn denken over God, het geloof en de kerkgemeenschap voor mij meer diepgang gekregen. Maar iets bouwen en creëren met elkaar is leuk, je leer elkaar anders kennen.”
Wim: “Leden van bouwcommissies worden vrienden voor het leven. Zo zal het nu weer gaan.” David: “Lies hield zich meer bezig met geloofszaken. Bijbelstudies bijvoorbeeld.” Wim: “Ik heb belangstelling voor alles wat er in het bijgebouw gebeurt. Het is geweldig wat er gepresteerd wordt door de commissie van vorming en toerusting. Dat hoort ook bij kerkzijn.” David knikt: “Ja, dat geeft ook binding.”