‘Het is goed om ergens bij te horen’
Na omzwervingen kwamen Angela van de Graaf (51) en Jeannette Korporaal (50) in oktober 2018 bij de gereformeerden van Boven-Hardinxveld terecht. Het geloof beleven ze heel verschillend. In Jeannettes woorden: ‘Angela kan puur geloven, ik ben er niet zo vrij in.’
Angela deed vorig jaar belijdenis, na een aantal moeilijke jaren. “Zes jaar geleden kreeg ik een burn-out. Ik merkte dat God elke stap bij me was. Mijn geloof groeit met de dag. Sinds ik belijdenis heb gedaan, ben ik er nog veel meer mee bezig. Het geeft me troost en richting. God wandelt met mij, al mijn hele leven. Hij heeft me zover gebracht dat ik elke dag blij kan opstaan, mijn vertrouwen is groter geworden. Het is een echte relatie, zoals ik ook met Jeannette heb. Dat maakt me blij.”
Niet zo vrij
Jeannette groeide op in een behoudend christelijk milieu. Samen met haar ouders bezocht ze de Christelijk Gereformeerde Gemeente in Sliedrecht. Haar vader was SGP-wethouder in het dorp. Ze vertelt: “Angela kan puur geloven. Zelf heb ik nog altijd dat boze oog dat in je rug prikt. Het zit in je DNA. Ik ben er niet zo vrij in als Angela, vind het moeilijk om zo te geloven. Af en toe ga ik mee naar de kerk.”
Angela: “Jeannette is opgevoed met rokjes, hoedjes en twee keer per zondag naar de kerk.” Angela’s eigen jeugd was heel anders. “Ik ging wel naar de christelijke school en mijn moeder leerde me te bidden. Dat deden we ’s avonds samen. Maar mijn vader had weerstand tegen het geloof. Als mijn moeder aan tafel bad, deed hij heel devoot zijn handen samen, maar hij trok ook heel rare gezichten. Ik keek met één oog en moest er vreselijk om lachen. Nee, ik vond het niet verwarrend. Ik was als kind heel gelovig.”
Zoeken
Hoewel Jeannette ook genoeg positieve herinneringen heeft aan haar jeugd – samen met haar vader ging ze waterskiën en ze mocht leren windsurfen – beschrijft ze de kerk als een plek waar ‘hel en verdoemenis’ werd gepreekt. “Als tiener ging ik me afzetten.” Met familie ging ze soms naar een Nederlands Gereformeerde Kerk. “Zo kan het dus ook, dacht ik. Ik ben gaan zoeken, ging naar een hervormde kerk en later naar een gereformeerde.”
Ze groeiden allebei op in Sliedrecht. “Jeannette woonde aan de ene kant van de flats, ik aan de andere kant”, herinnert Angela zich met een glimlach. “Onze dochters zaten bij elkaar in de klas, we kenden elkaar van korte begroetingen. En we zagen elkaar op vrijdag met onze moeders in de supermarkt, toen onze moeders op leeftijd waren. Mijn dochter heet Romy, Jeannettes dochter heet Marianne. Zij zijn nu onze gezamenlijke dochters hoor.”
Mensen ontmoeten
In 2005 kwamen ze met z’n vieren in de Boven-Hardinxveldse Julianastraat wonen. Via haar toenmalige werk op het kinderdagverblijf leerde Angela leden van de kerk kennen. “Iemke en Marije zeiden: kom een keer bij ons in de kerk, gezellig.” Ook Sander Ris speelde een rol: “Toen ik die burn-out had stond hij meerdere keren bij me voor de deur. Eerst dacht ik: wat kom je eigenlijk doen? Maar door Sander ging ik denken: het is toch wel belangrijk om mensen te ontmoeten die ook geloven, en iemand te horen die de Bijbel kan uitleggen. Ik kreeg het gevoel: ik moet weer eens naar de kerk. Alleen geloven is goed, maar een mens is niet geschapen om alleen te zijn. Het is goed om ergens bij te horen. We vinden dit een levendige, jonge gemeente waar de mensen met beide benen op de grond staan en je het gevoel geven dat je welkom bent.”